Vanaf 2020 een tweeschijvenstelsel
Met ingang van 2020 kent het belastingstelsel een tweetal schijven. De invoering hiervan zou in eerste instantie in 2021 plaatsvinden, maar is door het kabinet naar voren gehaald. De overheid wil met de maatregel (meer) werken lonender maken. De overgang naar het tweeschijvenstelsel zal voor de meeste mensen betekenen dat ze minder inkomstenbelasting gaan betalen. Maar de invoering heeft ook een keerzijde. In dit blog leggen we uit wat er verandert.
Het oude belastingstelsel versus het nieuwe
Tot en met 2019 kent Nederland een drietal belastingschijven voor de inkomstenbelasting in box 1.
Het tarief tot een inkomen van € 20.711 lag op 36,65%. Voor een inkomen tussen € 20.711 en € 68.507 was het tarief 38,10% en voor het deel van het inkomen boven de € 68.507 gold een tarief van 51,75%.
Vanaf 2020 wordt het aantal schijven in box 1 teruggebracht en kent dan nog maar twee tarieven. Het tarief tot een inkomen van € 68.507 is 37,35% en voor het deel van het inkomen boven de € 68.507 ligt het tarief op 49,50%. In 2021 wordt het tarief voor een inkomen tot en met € 68.507 verder verlaagt naar 37,10%. Voor het deel van het inkomen boven de € 68.507 blijft het percentage 49,50%.
Net als in de oude situatie vallen in box 1 onder andere inkomsten als de winst uit een onderneming, loon, een uitkering of pensioen en inkomsten uit freelance werkzaamheden. Door de invoering van het tweeschijvenstelsel wordt het minder belangrijk of het inkomen door 1 of door 2 personen wordt verdiend. Daarnaast gaan de arbeidskorting en de algemene heffingskorting extra omhoog.
Keerzijde van het nieuwe stelsel
Hoewel de meeste mensen waarschijnlijk minder inkomstenbelasting hoeven te betalen, heeft het tweeschijvenstelsel ook een keerzijde als het gaat om hypotheekrenteaftrek.
In het verleden kon je deze rente namelijk aftrekken tegen het tarief in de hoogste belastingschijf, namelijk 49%. Vanaf 2020 is de hypotheekrente nog maar maximaal aftrekbaar tegen 46%. Deze daling zet door in 2021 (43%) om in 2023 uit te komen op 37,05%. Ter compensatie voor de verlaging van de hypotheekrenteaftrek, gaat overigens wel het eigenwoningforfait omlaag.