Lenen bij uw eigen BV.
Kunt u als dga binnenkort nog lenen bij uw eigen BV?
Het lenen bij uw eigen BV moet fiscaal aangepakt worden. Aldus de staatssecretaris van Financiën die dit recent bekend maakte via het conceptwetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap’. Mocht het wetsvoorstel in werking treden dan kan dit vervelende gevolgen hebben voor aanmerkelijkbelanghouders (dga’s). Lees over de gevolgen voor u als dga.
Dividend of lening?
Heeft u als dga voor privé-uitgaven geld nodig? Dan kunt u uw vennootschap een dividend laten uitkeren. Hierover is 25 procent (tarief 2019) aanmerkelijkbelangheffing verschuldigd, box 2.
Als alternatief kunt u ook een lening sluiten bij uw vennootschap. Aanmerkelijkbelangheffing is dan, uiteraard, niet verschuldigd. Door geld te lenen kunt u dus langdurig de aanmerkelijkbelangheffing uitstellen.
Hier gaat het mis, vindt de staatssecretaris van Financiën. Met het wetsvoorstel ‘wet excessief lenen bij de eigen vennootschap’ wil hij hier een stokje voor steken.
Lenen bij de eigen BV aan banden
Voorgesteld is daarom dat een dga die meer dan 500.000 euro leent van zijn vennootschap, over het meerdere aanmerkelijkbelangheffing is verschuldigd (fictief regulier voordeel). Daarbij maakt het niet uit waarvoor de dga het geld leent. Bijvoorbeeld consumptieve uitgaven, privébeleggingen, tweede woning etc.. Uitsluitend de eigenwoningschuld aan de vennootschap (box 1) is onder voorwaarden uitgesloten.
Voor de grens van 500.000 euro tellen overigens ook schulden aan de vennootschap van de partner van de dga mee en van ‘verbonden personen’, zoals kinderen. Voor hen geldt wel een eigen drempel van 500.000 euro.
Inwerkingtreding
De bedoeling is dat de wet per 1 januari 2022 in werking treedt. Als peildatum geldt 31 december. Daardoor wordt het fictief reguliere voordeel in het jaar van inwerkingtreding per 31 december 2022 als inkomen uit aanmerkelijk belang in de heffing betrokken tegen een tarief van 26,9 procent. U heeft dus tot 31 december 2022 de mogelijkheid om uw schuldenpositie terug te brengen tot maximaal 500.000 euro.
Wat vindt Accountor?
Juridisch en fiscaal zijn de vennootschap en de dga twee aparte subjecten. Dat betekent dat een dga en zijn vennootschap overeenkomsten met elkaar kunnen sluiten. Zoals een leningsovereenkomst, arbeidsovereenkomst, huurovereenkomst etc..
Het huidige voorstel gaat hier lijnrecht tegen in. De aangevoerde redenen - budgettair en vereenvoudiging uitvoering - zijn naar onze mening veel te mager om deze fundamentele inbreuk te rechtvaardigen. Het mag niet zo zijn dat een geldlening wél bij een bank kan worden aangegaan, maar een even zakelijke geldlening bij de eigen vennootschap tot sanctieheffing leidt.
Op basis van de nu voorliggende conceptwettekst kan het huidige voorstel tot onredelijke uitkomsten leiden en zelfs tot dubbele heffing!
Voorbeeld:
Een dga heeft aandelen met een waarde van 1.000.000 euro, verkrijgingsprijs nihil. De (latente) aanmerkelijkbelangheffing op de aandelen bedraagt dus 269.000 euro (26,9 procent maal x 1.000.000 euro).
De dga sluit in 2023 een lening bij zijn vennootschap af van 700.000 euro. Over 200.000 euro (700.000 -/- 500.000) is de dga dan 53.800 euro aanmerkelijkbelangheffing verschuldigd. Ondanks deze fictieve dividenduitkering is de waarde van de aandelen nog steeds 1.000.000 euro. Dat betekent dus dat bijvoorbeeld bij verkoop van de aandelen, de dga 269.000 euro heffing is verschuldigd. In totaal betaalt de dga dus 322.800 euro aan aanmerkelijkbelangheffing. Dat is 53.800 euro teveel! Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.
Kortom: het laatste woord is zeker nog niet gesproken over dit voorstel. Wij houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.
Heeft u meer dan 500.000 euro schulden aan uw vennootschap? Dan is het nu al zinvol om te beoordelen op welke wijze u het best kunt inspelen op de voorgenomen wijziging. Bel ons voor een advies.